systeem(keuze)

Het zijn steeds frequenter terugkerende pleidooien, vooral nu rond de verkiezingen: teneinde de situatie in de landbouw op te lossen volstaat het niet uitsluitend de hoeveelheid vee te reduceren, teneinde de situatie in de gezondheidszorg te verbeteren volstaat het niet meer geld ter beschikking te stellen, teneinde ons voor te bereiden op een mogelijke of zelfs te verwachten zeespiegelstijging volstaat het niet om alleen de dijken te verhogen, teneinde de woningnood op te lossen volstaat niet uitsluitend het bouwen van meer huizen. Veel belangrijker is een structurele overdenking van deze thema’s en het formuleren van een visie, gebaseerd op hoe wij onze samenleving zien, willen inrichten en vormgeven; nu maar vooral straks.
Het is daarom des te merkwaardiger dat deze oproep niet veel hoor- en zichtbaarder wordt gedaan als het gaat om onze huisvesting; als het gaat om te bouwen woningen zijn al jaren de (arbitraire) aantallen leidend en wordt het ‘antwoord’ veelal geformuleerd door projectontwikkelaars en nu ook bedrijven in de vorm van het industrieel bouwen van meer van het traditionele en meer van hetzelfde; met uiteraard respect voor de kleinschalige initiatieven van innovatieve architectenbureau’s. Enige fundamentele overdenking over waar, hoe en wat er dan voor wie gebouwd zou moeten worden ontbreekt doorgaans, het is een rationeel – met name economisch gefundeerd – antwoord op een in essentie steeds meer gevoelsmatige vraag: hoe zien en hoe beleven wij ons wonen in de (nabije) toekomst. Lees verder

de grote schaal en de kleine schaal

de grote en de kleine schaal.

Iedere inwoner van ons land, in een stad, dorp of buitenaf heeft te maken met de gevolgen van keuzes die eerder, nu en later zijn en worden gemaakt op ruimtelijk gebied; met name op stedenbouwkundige plannen en architectonische vervolgen, op meerdere en verschillende schaalniveau’s. Naarmate het schaalniveau toeneemt wordt de invloed van de bewoner kleiner; maar ook op het kleinste niveau – de woning – heeft de bewoner nog altijd een slechts marginale en vooral cosmetische invloed. Wij allen echter ‘wonen’.
Op 6 juli j.l. vond in Theater Zuidplein Rotterdam de ‘Dag van de Ontwerpkracht’ plaats, georganiseerd door Platform Ontwerp NL. Hoewel ‘ontwerpkracht’ bij velen de indruk zal wekken dat het hier gaat om kleinschaliger elementen lag de nadruk op deze drukbezochte bijeenkomst toch vooral op de grotere schaal. Adriaan Geuze (West-8) stelde dat een ‘systemische benadering voor de grote opgaven’ nodig is, diverse ontwerpbureau’s verbeeldden projecten op landelijke schaal voor het jaar 2100, DG-Ruimtelijke Ordening Marjolein Jansen benoemde daarnaast de kracht van communities: “We bouwen geen huizen om huizen te bouwen maar om gemeenschappen te stichten”. Saskia van Stein (‘Ministerie van Maak’) benadrukte nog eens: ‘Met verbeeldingskracht kunnen we voorsorteren op wat komen gaat’, een terechte oproep de huidige problemen niet te beschouwen als te complex en daarmee onoplosbaar, zoals ook tijdens de IABR dit jaar duidelijk werd geïllustreerd.
Deze dag was georganiseerd door en voor ‘ontwerpers’, kortom allen die zich bezighouden met de planning, inrichting en vormgeving van ons land, op welke schaal dan ook. Tezelfdertijd: de ‘te stichten gemeenschappen’ waarvoor zij ontwerpen en bouwen maken geen deel uit van deze discussies en planvorming terwijl wij allen wel ‘wonen’ in de tastbare resultaten. Een ‘systemische’ benadering vereist dat niet alleen professionals maar vooral ook burgers zich bewust zijn van de noodzaak tot ieders verbeeldingskracht en deze ook tot uitdrukking kunnen brengen. Zolang de discussie en vormgeving van onze – fysieke – omgeving uitsluitend wordt overgelaten aan ‘professionals en/of deskundigen’ zal er geen sprake zijn van betrokkenheid en participatie, laat staan van een gedeeld en geaccepteerd resultaat.
Lees verder