In het vroege voorjaar van 2021 verscheen mijn boek: ‘Home in a hybrid world; or to dwell in a networked environment’ , een open-access uitgave bij River Publishers, geïntroduceerd door een prachtig voorwoord van Kas Oosterhuis (ONL). Het is een poging architectuur, technologie en wonen te synchroniseren maar vooral de discussie rond onze huisvesting en toekomstige ontwikkeling van onze (woon)omgeving te stimuleren. In dezelfde periode verkeerde ons land in een corona-crisis; geplande presentaties en debatten moesten noodgedwongen worden uitgesteld. Sindsdien kreeg ik met regelmaat de vraag naar een Nederlandstalige editie van het boek; mijn antwoord sindsdien is dat ik geen noodzaak zie deze te schrijven. Allereerst waren de reacties op de originele versie positief, daarnaast is het uitgangspunt steeds geweest dat het merendeel van geïnteresseerden geen probleem heeft met de Engelse taal.
Toch bleef er – ook voor mij – de behoefte bestaan te actualiseren en te verbreden; parallel aan de eigen wens tot een meer ‘vrije’ benadering. Begin 2024 heb ik daarom de keuze gemaakt voor een serie essays, voor elk relevant onderwerp een tekst van ca. 1500 woorden. Ik heb tevens lang getwijfeld tussen de mogelijke opties tot publicatie: in boekvorm, on-line op mijn eigen site of elders. Mede vanwege mijn tekeningen – integraal onderdeel van de thematiek – die op mijn eigen site zijn/worden opgenomen heb ik besloten ook de essays hier te plaatsen.
Vanaf dit voorjaar 2025 zal steeds een thematisch essay worden geplaatst, vervolgens ruwweg elke maand een volgende; in de hoop dat ook deze teksten zullen bijdragen aan de zo noodzakelijke gesprekken en discussies over onze directe omgeving.
Auteur archieven: martinpot
ruimte, organisatie of beleving’
essays, nr.1
Het zich ‘toe-eigenen’ van een deel van ons omringende – natuurlijke of artificiële – ruimte en de aanpassing ervan voor wonen vindt plaats sinds vroege tijden; de grens, of het onderscheid tussen beiden wordt echter al geruime tijd steeds meer confronterend en conflicterend. Aanvankelijk werden natuurlijke, gegeven structuren – een grot b.v. – gebruikt als huisvesting, later werden dit gebouwde structuren die zich ontwikkelden tot wat wij nog altijd kennen als huizen. Aan deze verschijningsvorm is in fundamentele zin weinig veranderd; uiteraard zijn materiaalgebruik en bouwtechniek- en fysica door de tijd aangepast aan de technologische ontwikkelingen, maar in essentie verschilt het wonen en de woning uit de Middeleeuwen niet van onze huidige woningen. Wat rest is onze verstandhouding, onze (mate van) verbeelding t.o.v. de natuurlijke of kunstmatige kaders en de meer abstracte en diffuse invloeden.
De Franse kunstenaar Thomas Hauser zoekt resten uit vergane of verlaten bouw bij elkaar en voegt detailfoto’s uit de geschiedenis van bewoning toe zodat een gecomprimeerd beeld ontstaat van een – vroegere – beleving. De Britse kunstenaar Rachel Whiteread vulde de binnenruimte van een monumentaal pand met beton en verwijderde vervolgens de gevels; wat resteerde was de gestolde geschiedenis, inhoud zonder kader, het ‘interieur’ zonder ‘exterieur’. Gordon Matta-Clark zaagde exact bepaalde openingen in huizen waardoor dat wat wij als bepalend kader zien letterlijk wordt doorbroken. Lees verder
‘altitude and identity’
‘split or buried’
’the postoffice’
‘phantasme’
‘Architecture; place, atmosphere and agency.”
Written for the Council platform and published on January 22nd.; a more extended text on three topics closely related to our built environment.
Martin Pot: Architecture: place, atmosphere and agency.
“do buildings add value, or not?”
Entropy is a most interesting principle; in particular when it comes to building and/or architecture. Ronald Rovers wrote a fine text on this topic; more or less in line with my own recent text for Council.
Now, do buildings add value, or not ? (entropy)