SHELTER
Sedert decennia staat in mijn boekenkast het grootformaat ‘ Shelter’ , een Amerikaanse uitgave van Shelter Publications uit 1973.1
Het boek bevat een schat aan, grotendeels zwartwit foto’ s, tekeningen, schetsen etc. vanuit de gehele wereld die allen een ding gemeen hebben: hoe leeft de mens, hoe bouwt de mens, zichzelf een onderkomen, een ´shelter´ .
SHELTER
Sedert decennia staat in mijn boekenkast het grootformaat ´Shelter´ , een Amerikaanse uitgave van Shelter Publications uit 1973.1
Het boek bevat een schat aan, grotendeels zwartwit foto’ s, tekeningen, schetsen etc. vanuit de gehele wereld die allen een ding gemeen hebben: hoe leeft de mens, hoe bouwt de mens, zichzelf een onderkomen, een ´shelter´ De nadruk ligt duidelijk op ambachtelijkheid, zoals de colofon ook aangeeft:
“gathering information on hand-built housing”.
Mede vanuit deze achtergrond is het duidelijk dat door vrijwel het gehele boek heen het wonen wordt opgevat als het zich toe-eigenen van een plek, het in bezit nemen van een ruimte door allereerst deze – door te bouwen – te onttrekken aan de natuurlijke ruimte en tenslotte deze ruimte ons eigen te maken, in te richten, te personaliseren.
(Ter vergelijk: in de huizen van Le Corbusier is deze persoonlijke relatie er vrijwel niet:
” de bewoner is/wordt een bezoeker, een toeschouwer, een fotograaf, een toerist”
.2)
In de inleiding wordt het volgende opgemerkt:
“It is about shelter, which is more than a roof overhead”
(cursiv. als orig.) Daarnaast is het opvallend dat de term architectuur in het boek vrijwel niet voorkomt.
Heidegger noemde het wonen het onderscheid tussen de beschermde en onbeschermde sfeer, Sloterdijk vraagt zich af:
” waar zij we echt, wanneer we menen (..) thuis te zijn?”
3.
In toenemende mate is met name deze laatste vraag relevant:
wanneer een virtuele wereld zich opdringt, wanneer de werkelijke wereld steeds ´kleiner´ wordt, wanneer bevolkingsgroepen zich (willen) afzonderen achter eigen muren met een toegangshek, wanneer door de vergrijzing groepen ouderen geen deel meer uitmaken van de samenleving en in hun eigen verzorgende ´thuis´ terecht komen : hoe benoemen wij dan de directe leefomgeving en wat is de invloed hiervan op ons, op ons handelen, op ons wonen.?
De voorbeelden in ´Shelter´ zijn in zoverre gedateerd dat hier duidelijk wordt dat men, mede door de gemaakte keuze , een voorliefde heeft voor de kleinschaligheid, de ´knusse´ ambiance die ook door Christopher Alexander wordt aangegrepen in zijn z.g. ´pattern languages´ 4 en de manifeste gevolgen daarvan . Zonder hier kritiek te willen uiten op het werk van Alexander is inmiddels de tijd een andere en daarmee de randvoorwaarden om op grotere schaal datgene te kunnen bouwen dan hij aangeeft als mogelijk en wenselijk.
We kunnen ons niet onttrekken aan de ons omringende wereld, van welke aard en in welke vorm deze zich dan ook manifesteert. Ik wil het hier en nu niet hebben over de (on)wenseliikheid hiervan, ik constateer slechts dat informatie, in tekst en beeld, alom tegenwoordig is en dat deze daarnaast in toenemende mate locatie-gerelateerd en/of locatie-gebonden is.
Anders geformuleerd: het leven op de plaats (locatie) die wij innemen, buitenshuis dan wel binnenshuis, is steeds meer een leven dat wordt beïnvloed of zelfs bepaald door factoren buiten onze directe invloedssfeer.
• Wij zijn traceerbaar, vindbaar en daarmee beïnvloedbaar in de communicatieve sfeer.
• Omgekeerd kunnen wij zelf onze locatie bepalen en actief informatie zoeken en vinden. (mobiele telefoon, gps.)
• Onze woning heeft een dubbelfunctie: aan de ene kant (fysieke) bescherming t.o.v de buitenwereld, aan de andere kant willen we die buitenwereld virtueel naar binnen. (computer, internet)
Opnieuw Peter Sloterdijk:
“wonen is immunologisch gezien een verdedigingsmaatregel waarmee een gebied van welbehagen tegen indringers en andere brengers van onbehagen afgeschermd wordt”
5
Ik blijf mordicus tegen een gracht en/of hek……..
1 Shelter Publications, Californie 1973, pap. ,isbn.0394709918
2 De Gespleten Muur, Beatriz Colomina, pag.107
3 Sferen, Peter Sloterdijk, uitg.BOOM, pag. 539
4 The Timesless Way of Building, OUP, 1979.
5 Schuim, Peter Sloterdijk, pag. 373, uitg.BOOM 2009
ook gepubliceerd op http://www.sync.nl
Publicaties/Publications 23-06-2009